“Dat was wel even schakelen”, zegt ze. “Gelukkig hadden we aan het einde van het voorgaande jaar al leuke contacten gelegd met de besturen, dat scheelde. En via zoom en telefoon hebben we nog best wat kunnen doen. Zo gingen we, binnen de regels, eten bij verschillende huizen. En Jan-Jaap ging wandelen met eerstejaars. Dat vinden we super belangrijk. Zoveel mogelijk persoonlijke contacten opbouwen, 1 op 1 of in de groep.” Ze is met haar 50 jaar zeker niet de jongste IFES-collega, maar schiet in de lach als we vragen of dat ergens hindert in het werk. “Ik zou haast zeggen: in tegendeel”. Met een knipoog: “Samen brengen Jan-Jaap en ik toch bijna 100 jaar levenservaring mee. We merken dat studenten dat juist wel fijn vinden. Tegelijkertijd zijn we nog jong van geest. En als je dat wilt blijven, moet je veel met jongeren omgaan. Dus wat dat betreft zitten we gebeiteld. We vinden het gewoon tof om inspirerend bezig te zijn met ons geloof. Ons leven, huis, tuin en auto delen; praktisch handen en voeten geven aan Jezus’ grote opdracht. Binnenkort komt er weer een ploegje een kampvuurtje stoken in de tuin. En daar genieten wij net zo van als zij”.
“Praktisch handen en voeten geven aan ons geloof en laten zien hoe je dat vorm kan geven. Dat vinden we echt gaaf om te doen”.