Want vandaag werd ik erop gewezen dat de praktijk soms weerbarstiger is dan je van jezelf inschat. Een paar maanden geleden had een kennis die ik weinig spreek redelijk direct gereageerd op een vraag van mij op de app. Daardoor was ik lichtelijk beledigd, en vastbesloten om hem dat kwalijk te nemen. De weken gingen voorbij, we hadden geen contact meer, en mijn gekwetstheid zwakte af maar vond een vaste ligplaats in mijn hart. Af en toe kwam het weer bovendrijven, en ook gisteravond deelde ik het hele verhaal nog een keer met een van mijn beste vrienden. Of althans, mijn kant van het verhaal. Er was geen ruimte om mijn emoties over wat er gezegd was te herzien; ik nam het hem kwalijk. Punt.

Vergeven. Wij waren daar al best goed in. Althans, die indruk had ik van mezelf.

Tot ik opeens vandaag een appje van hem kreeg met excuses voor die botte opmerking, precies toen die weer verser in mijn geheugen lag. Volkomen uit het niets had hij in gebed besloten dat hij niet blij was met hoe dat gesprek was gegaan, en nam hij de stap om daar alsnog zijn excuses voor aan te bieden. Dat bracht mij in de knel, want het paste niet in het beeld van de ongevoelige kennis die ik mijn hoofd had gecreëerd. Hoe moest ik reageren? Ik besloot erover te bidden. Ik bracht mijn emoties, wat er gebeurd was en hoe ik daarop had gereageerd bij God en besprak wat ik moest doen.

En toen kon ik geen kant meer op. Het was duidelijk wat God van mij vroeg, al die tijd misschien al had gevraagd, maar waar ik nota bene tijdens een Bijbelstudie over vergeving mijn ogen voor had gesloten: om een ieder te vergeven. Ook als dat mij niet uitkwam, ook als dat mij kwetsbaar zou maken voor schaamte over mijn eigen fouten, ook als ik hem niet wilde vergeven. Het moest. Het was de goede keuze. En met dat besef gaf God mij ook de kracht om het te doen, met een lichter hart als gevolg.

Misschien vraag je je af waarom ik dit verhaal deel. Je zou kunnen denken dat mijn punt is dat vergeving belangrijk is, en daar ben ik het mee eens, maar het is niet de boodschap van deze column. De boodschap is dat lessen uit Bijbelstudies uitleven zoveel moeilijker kan zijn dan je denkt. Soms zijn we ons er niet eens bewust van dat we in ons eigen leven te maken hebben met de zonden, twijfels of gedachten die in de Bijbelstudie naar voren komen. En als we dat wel zijn, is het Woord van God volgen moeilijker dan we denken.

Wat moeten we hiermee? Wat is de zin van Bijbelstudie als het niet binnenkomt of uitwerking vindt in ons leven? Hoe kunnen we voorkomen dat we veel praten over wat God vraagt, maar het niet doen? Het antwoord ligt volgens mij in gebed. Als we God vragen om ons onze fouten te tonen, zal Hij dat vroeger of later doen, door gebed of door anderen heen. Als we God vragen om ons te helpen onze fouten recht te zetten, dan zal Hij dat doen. Als we God vragen om ons te helpen onze fouten niet te herhalen, dan zal Hij dat – zij het met vallen en opstaan – doen. En als we God vragen om ons keer op keer te vergeven, dan zal Hij dat doen. Hij doet wat hij belooft: luisteren naar hen die Hem aanroepen en Zijn wet, letter voor letter, schrijven in ons hart.

Verder lezen?