Op zich is de conclusie van dit rapport niet verrassend. De aandacht voor prestatiedruk en het gebrek aan rust is al langer een thema, niet alleen onder studenten maar ook in de bredere maatschappij. Het aantal artikelen en podcasts over mindfulness en dergelijke getuigen hier ook van. Onze maatschappij is op zoek naar rust, en probeert die op allerlei manieren te vinden.
Het christelijk verhaal is dan – ik zou hier bijna ‘natuurlijk’ invoegen – dat ware rust bij God te vinden is. Bij God vinden we een plek waar we onvoorwaardelijk geliefd zijn, waar onze prestaties (of het gebrek daaraan) niet uitmaken, waar we altijd welkom zijn. God maakt het niet uit of jij je tentamen niet haalt, of je een studieschuld van duizenden euro’s hebt opgebouwd of regelmatig tekort schiet in het nemen van rust. Hij blijft van je houden en ontvangt je met open armen, zolang je maar tot hem nadert. Verlossing van de prestatiedruk, hoera! Probleem opgelost!
Of… toch niet? Ik weet niet wat je nu denkt, maar om me heen lijkt het soms alsof het geloof weinig verschil maakt in het ervaren van studiedruk en stress. Als je in de kerk komt of bij je christelijke studentenvereniging kan dat misschien werken als een verademing (hoewel prestaties daar soms toch ook verschil maken…), maar ik ken genoeg mensen die buiten die momenten om veel stress ervaren. Als christelijke student kun je net zoveel last hebben van prestatiedruk als elke andere student. Hoe zit dat dan?
Een van de oorzaken is denk ik dat God misschien niets van ons eist, maar de wereld om ons heen wel. Natuurlijk is het heel mooi dat je in de kerk altijd welkom bent, maar bij de universiteit, de bank en op sociale media geldt dat niet. Op de universiteit moet je je BSA halen en tentamens halen om niet teveel studievertraging op te lopen. Bij de bank moet je een lage studieschuld en een vaste baan met redelijk inkomen hebben om een huis te kunnen kopen. En het is algemene kennis hoe er op sociale media meer wordt gereageerd op esthetische en idyllische posts dan middelmatige ervaringen. In deze wereld leven we: een wereld die de regels van God niet volgt, maar die van ons eist dat we ons eigen geluk maken. ‘Wil je dit of dat? Dan moet je dat wel verdienen.’
Die omgeving maakt het lastig om te leven naar de regels van God (die van onvoorwaardelijke liefde), omdat we constant meespelen in een spel met andere regels. Kunnen Gods regels dan verschil maken in hoe we het spel hier op aarde spelen? Ik denk het wel, maar dat vereist wel een radicaal andere houding, een houding die ik moeilijk vol te houden vind: het vraagt ons om ons leven hier (lees: al onze ambities, verwachtingen en egostrelende plannen) te verliezen en ons leven te vinden in het kleine dat we van God krijgen (Markus 8:35). Het is tevreden zijn met weinig, en beseffen dat dat weinige niet van ons afhangt, maar van Gods voorziening, zelfs in een wereld die het doet schijnen dat we onze bezittingen zelf hebben verdiend.
Dat klinkt contra-intuïtief: moeten we bij voorbaat onze doelen opgeven zodat we niet teleurgesteld worden, is dat het? Klinkt ergens een beetje laf, toch? Ik bedoel ook niet te zeggen dat je nergens meer naar zou moeten streven en geen doelen meer moeten stellen. Maar ik bedoel wel te zeggen dat wat we hebben in deze wereld uiteindelijk niet afhangt van ons succes of ons falen, maar van Gods genade. Dat betekent dat er een God is die je op kan vangen als je volgens deze wereld faalt, maar ook dat we pas rust vinden als we geloven dat we zelf maar een beperkte hand hebben in onze successen. Er zitten twee kanten aan de medaille…
Hoe houdt je dan vast aan dat bewustzijn van leven uit Gods genade in de dagelijkse praktijk van je eigen bestaansrecht verdienen? Dat is en blijft denk ik een strijd, maar er zijn denk ik een paar dingen aan te wijzen die helpen:
- Bewustzijn, daar begint alles mee. Wees je bewust van de verschillen tussen Gods genade en de spelregels van de wereld en hoe die je beïnvloeden. Op dagelijks niveau kun je bijvoorbeeld tijd nemen in gebed of als je terugkijkt op de dag, om stil te staan bij de momenten waarop je je geborgen voelde en de momenten dat je stress ervoer. Wat was de oorzaak van die emoties, en hoe staan die in het licht van Gods genade?
- Neem regelmatig tijd om je terug te trekken in die cocon waarin Gods genade de regels uitmaken, zoals in de kerk op zondag of bijvoorbeeld op conferenties of retraites. Dat voelt ergens als je in een bubbel begeven, maar het helpt om terug te komen bij de ervaring van Gods genade door alles heen. En het stelt je doelen ook in nederig perspectief van Gods almacht, wellicht helpt dat om ze niet te verabsoluteren.
- Als je langer de tijd hebt om je gewoonten en gedachtepatronen te overdenken, zoals op een conferentie, stilteretraite of vakantie, denk dan na over een nieuwe gewoonte die je in je dagelijks leven wil uitproberen om iets van die rust mee te nemen. Kleine stapjes die zijn aangepast op je routine werken vaak het best; niet alles hoeft meteen groot.
Ik zeg ook niet dat een houding als deze al je problemen oplost, dat je zo nooit meer financiële of andere zorgen zult hebben. Geloof in God is in die zin geen welvaartsevangelie, dat geloof beloont met succes in termen van geld en goederen. Ik zeg wel dat het relativeren van de doelen die anderen of wijzelf voor onszelf stellen helpt om je eigenwaarde daar niet vanaf te laten hangen, en met meer vertrouwen te leven in een wereld waarin wij beperkt zijn. De boodschap is dat ons welzijn niet helemaal afhangt van onze beperkingen of ons kunnen: het hangt af van God. En het goede nieuws is: God is genadig!