Zo zijn er in mijn leven ook genoeg momenten geweest dat ik me alleen voelde. Hoewel ik genoeg mensen in m’n leven heb die zich mijn vriend noemde, wist ik niet of ik dat wel echt was. In sociaal contact schik ik mij vaak zoveel naar de ander dat ik mezelf verlies. ‘Als ik nu dit stukje iets minder aanwezig laat zijn, zullen ze me vast aardiger vinden.’ Wat uiteindelijk resulteerde in gedachten als: ‘Als ik toch niet mezelf laat zien, wat kan ik dan bijdrage voor andere en wat is mijn vriendschap dan waard.’ Mijn inbreng in groepen leek volledig overbodig. ‘Waarom nog gaan als ze toch niet op míj (zoals ik écht ben) zitten te wachten?’ was een vraag die steeds vaker door mijn hoofd ging om vervolgens ook geen contact meer te zoeken en mezelf te isoleren.

Ik voelde me ongezien en onbegrepen, nergens veilig genoeg om echt mezelf te zijn zonder begrenzing. Ik mistte mensen in mijn leven waaraan ik durfde te vertellen hoe het nu écht met mij ging. Ik hield het voor mezelf en focuste alleen op andere. ‘Als ik nu eens genoeg naar hen luister zullen ze ook wel vragen hoe het met mij is.’ ‘Als ik nu eens dingen plan voor de groep zullen ze me wel waarderen.’ Ik haalde al mijn eigenwaarde uit wat anderen vonden en uit wat ik deed, wat een perfecte formule is om jezelf keihard een burn-out in te werken. Wat ik dan ook meerdere malen heb gedaan en wat vaak zat onopgemerkt bleef bij anderen. Want ja ik sprak er niet over, niemand wist hoe het nou echt met mij ging.

Niemand… Nou ja één iemand wist het al lang. Onze Vader die in de hemel woont. Hij had het al lang gezien. Hoe vaak Hij wel niet voor mij gehuild heeft, via de wolken zodat ik het niet zelf hoefde te doen, om daarna Zijn teken van trouw helder in de hemel te zetten. Of op wonderbaarlijke manier mij altijd precies gaf wat ik nodig had zonder daar bewust om te hoeven vragen. Hij was altijd bij me, zag me zoals ik was en vond dat genoeg.

Ik ben er afgelopen jaar achter gekomen dat de eerste stap naar minder eenzaam voelen voor mij was: accepteren dat ik er mag zijn. Bewust worden van het feit dat ik gewenst bent en niet meer naar die vervelende stemmen in m’n hoofd luisteren die dat keihard lopen te ontkrachten (met alle mogelijke argumenten, de één nog pijnlijker dan de ander).
Het leren mezelf te accepteren hoefde ik gelukkig niet alleen te doen: daarvoor mocht ik altijd bij God aankloppen. Want ik ben Zijn geliefde kind, in mij vind Hij vreugde. Hij heeft me al geaccepteerd, nu ik nog.

Verder lezen?